Locaties
De West-Indische Compagnie verovert in 1634 Curaçao op de Spanjaarden. Het eiland werd door de Nederlanders gebruikt als slavenmarkt. Meer dan 100.000 mensen worden met slavenschepen vanuit Afrika naar Curaçao gebracht. Op Curaçao sterkten ze aan, voordat ze werden verkocht aan slaveneigenaren in Zuid-Amerika. Na 1713 stopte deze mensenhandel, maar veel mensen bleven in slavernij op het eiland. Ze werkten voor de overheid, in de haven van Willemstad of op de plantages. Het leven was zwaar voor mensen in slavernij. Soms probeerden ze te vluchten of kwamen ze in opstand. De bekendste opstand is de opstand onder leiding van Tula in 1795. Pas in 1863 werd de slavernij afgeschaft op Curaçao. Ook na die tijd leefden veel mensen in armoede. Vooral op het platteland bleven veel mensen afhankelijk van hun voormalige slaveneigenaren.