In het slavenregister van Curaçao staat informatie over de levens van mensen die in slavernij waren. Door al die levens te vergelijken met die van mensen in het Surinaamse slavenregister ontdekten we dat mensen op Curaçao ouder werden. Ook stierven er op Curaçao minder kinderen in slavernij dan in Suriname. Daardoor groeide de slaafgemaakte bevolking. Slaveneigenaren verdienden daar geld aan: honderden mensen werden verkocht naar het buitenland en zagen hun families nooit meer terug.
Het slavenregister van Curaçao heeft alleen informatie over de mensen die in slavernij leefden in Curaçao tussen 1839 en 1863, de laatste 25 jaar dat slavernij bestond op het eiland. Dat is een korte periode, maar in die periode kunnen we alle tot slaafgemaakte mensen wel heel precies volgen. We weten wanneer ze geboren werden, wanneer ze stierven, wie er verkocht werd en wie er vrij werden gelaten. Zo’n vrijlating heette met een Latijnse term een manumissie.
Uit de slavenregisters weten we ook hoe de moeder heette van mensen in slavernij. Maar niet hoe hun vader heette. Want mensen in slavernij hadden geen vaders. Natuurlijk heeft iedereen een vader, maar in de wet werd net gedaan of dat niet zo was. Het was één van de vele regels waarmee slaafgemaakten minderwaardig werden gemaakt aan vrije mensen. Een andere regel was dat mensen in slavernij geen achternaam mochten hebben. Het idee was dat mensen in slavernij geen familie hadden, alleen een meester, de slaveneigenaar.
In de slavenregisters zit veel verborgen informatie. Die is alleen zichtbaar als je de slavenregisters doorzoekbaar maakt, zodat de informatie van alle mensen in het register gecombineerd kan worden.
Rick Mourits en Coen van Galen onderzochten de sterfte, de kans dat mensen in slavernij op een bepaalde leeftijd overleden. Kijk eens goed naar de tabel. Snap je wat daar staat? Onderaan is de lijn verdeeld in leeftijdsgroepen, 0-1 jaar, 1-2 jaar, 2-5 jaar, 5-10 jaar enzovoort. De lijn links zegt hoeveel kans er is dat iemand overlijdt: hoe hoger de lijn, hoe groter de kans op overlijden.
De rode lijnen is de kans dat slaafgemaakte vrouwen en mannen overleden op Curaçao. Wat vooral opvalt is het grote verschil met de blauwe lijnen. Dat is de sterfte onder slaafgemaakten in Suriname. Daar was het leven in slavernij nog veel ongezonder dan op Curaçao. Als je alleen naar de rode lijn kijkt, dan zie je dat mannen bijna altijd een iets grotere kans hadden om te overlijden, behalve tussen de 15 en 40 jaar, dan stierven er meer vrouwen (hoe zou dat komen denk je?). Ook valt de grote sterfte op onder kleine kinderen. Die kindersterfte was in werkelijkheid nog veel hoger. Omdat slaveneigenaren niet verplicht waren om kinderen aan te geven die in de wieg stierven zijn veel kinderen nooit ingeschreven in de slavenregisters.
Meer lezen?
Het beste is natuurlijk om zelf op zoek te gaan in de slavenregisters van Curaçao:
https://www.nationaalarchief.cw/api/picturae/slavenregister/persons
Als je eerst meer informatie wilt over de slavenregisters, lees dan hier:
https://www.ru.nl/slavenregisters/slavenregisters/curacao/
Meer informatie over de Curaçaose slavenregister en het onderzoek van Van Galen en Mourits vind je hier:
Tabel van de sterftekans van tot slaafgemaakten op Curaçao, vergeleken met Suriname.
De onderzoekers
Coen van Galen is historicus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij leidt de Historische Database Suriname en Curaçao (HDSC), een organisatie die als doel heeft om de archieven over de bevolking van Suriname en de voormalige Antillen te online publiceren voor wetenschappers en mensen die familieonderzoek willen doen. Via de HDSC zijn die afgelopen jaren onder meer de slavenregisters van Suriname en de slaven- en emancipatieregisters van Curaçao online gepubliceerd.
Rick Mourits is historisch demograaf en data engineer. Hij is de database manager van de HSN databases en LINKS, een landelijke reconstructie van personen en gezinnen die tussen 1812 en 1967 in Nederland woonden. Rick Mourits studeerde sociologie en godsdienstwetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 2019 op een proefschrift over familiaire clustering van de levensduur in de 19e en begin 20e eeuw. Van 2021 tot 2022 werkte hij als onderzoeker en data engineer voor de Historische Database Suriname en Curaçao.