TTambú was de muziek en dans van slaafgemaakte mensen. Het ontstond uit muziek die mensen uit Afrika hadden meegenomen. Muziekinstrumenten werden vaak zelf gemaakt. Onmisbaar was de grote trommel, de tambu. De Tambú muziek herinnerde de slaafgemaakten aan hun afkomst in Afrika en versterkte de saamhorigheid.
De Tambú-muziek werd bestreden door de overheid en de kerk. Van 1936 tot 1952 was de muziek zelfs verboden. Maar de Tambú-muziek is nu erfgoed en er is een Tambú-museum in het oosten van Curaçao waar de geschiedenis van Tambú wordt verteld en natuurlijk muziek wordt gespeeld.
Waarom waren de overheid en de kerk tegen de muziek? Ze waren bang voor afgoderij, zedeloosheid en voor opstandigheid. Met dat laatste hadden ze wel een beetje gelijk. De teksten van tambú-liederen gaan over zaken die de mensen bezig houden. Dat kon liefde zijn, of sociale kwesties, maar ook kritiek op slaveneigenaren en de overheid.