spot_img
HomeArtikelenVirginia Dementricia en de slavernij op Aruba en Curaçao

Virginia Dementricia en de slavernij op Aruba en Curaçao

Luc Alofs

Toen Virginia Dementricia op Aruba rebelleerde tegen haar slavernij, werd ze verkocht naar Curaçao. Curaçao en Aruba liggen dicht bij elkaar en de mensen spreken er Papiaments. Je zou verwachten dat slavernij op beide eilanden hetzelfde was. Uit mijn onderzoek blijkt dat dit niet zo was. Op Aruba waren minder mensen in slavernij en de mensen die in 1863 vrij kwamen werden op Aruba sneller geaccepteerd als medeburgers.  

In zijn boek Slaven zonder plantage, slavernij en emancipatie op Aruba (2013) beschrijft Luc Alofs de (kinder-)slavernij en emancipatie op Aruba tussen ongeveer 1750 en 1863. De titel van het boek geeft aan dat op Aruba geen sprake was een plantage-economie. De aard en omvang van de slavernij op Aruba week daardoor af van die op andere eilanden in de Cariben. Hoewel Aruba en Curaçao naast elkaar liggen was de slavernij op beide eilanden verschillend. Wel waren er veel contacten tussen beide eilanden. Slaafgemaakte mensen werden uitgewisseld tussen Aruba en Curaçao en sommige slaveneigenaren waren op beide eilanden actief.

Het boek beschrijft de slavenhandel en demografie op Aruba, de werkzaamheden van slaafgemaakten, de reglementen over de behandeling, voeding en kleding van slaafgemaakten op Aruba en het verzet tegen slavernij op Aruba. In de achttiende eeuw verbleven enkele tientallen tot slaafgemaakte mensen op het eiland die eigendom waren van de overheid. In 1795 protesteerde ‘landsslaaf’ Thico namens de 30 Arubaanse slaven tegen de slavernij, waarna hij voor straf naar Curaçao werd gestuurd. 

De slavernij op Aruba nam toe nadat de kolonisatie van het eiland rond 1816 op gang kwam. In 1849 was het aantal onvrije Arubanen opgelopen tot bijna 600 mensen, ruim 20% van de bevolking. Niet de plantagearbeid, maar de het werk in de huishoudens, winkels en de kostgronden domineerde. Ongeveer de helft van de slaafgemaakten woonde daarom in het dorp Oranjestad; de rest in de omliggende buurtschappen. Het was niet ongebruikelijk dat slaven zelfstandig woonden. De armoede op het eiland leidde ertoe dat slaafgemaakte mensen regelmatig werden verwaarloosd. 

Kaart van Aruba door W.A. van Spengler en R.F. van Raders (1820-1825), Nationaal Archief (NL-HaNA 4.MIKO 519)

Het boek laat ook zien hoe de Emancipatie verliep, de afschaffing van de slavernij in 1863. In dat jaar kregen 480 Arubanen de vrijheid. Er werd op Aruba een vergoeding van in totaal 93.600 gulden (42.500 euro) aan de voormalige slaveneigenaren uitbetaald voor hun verlies aan bezit. Door de integratie van de vrijgemaakte mensen in de reeds vrije bevolking en het ontbreken of vermijden van een herinneringscultuur verdwenen de voormalige tot slaafgemaakten als herkenbare bevolkingsgroep. Wel bleef op Aruba hun erfgoed bestaan, zoals hun muziek, de Tumbú.

Speciale aandacht is er in het boek voor het leven van slavin Virginia Dementricia, die later de achternaam Gaai kreeg. Virginia Dementricia was een rebelse vrouw die rond 1850 vaak in conflict kwam met haar slaveneigenaar en met het bestuur op Aruba. Ondanks straffen weigerde ze om zich aan te passen. Daarom werd ze uiteindelijk voor straf naar Curaçao gestuurd. Ook daar bleef ze zich verzetten en kreeg opnieuw straffen. In 1863 kwam ze vrij en ze kreeg toen de achternaam Gaai. 

Deze eerste historische studie over slavernij op Aruba leidde onder meer in een tentoonstelling, een schoolboek en diverse educatieve slavernij-gerelateerde websites, een filosofisch toneelstuk, een performance, opname van slavin Virginia Dementricia Gaay in de uitgave ‘1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis’ en in straatnamen voor Virginia Dementricia te Amsterdam (IJburg, 2015) voor Virginia Gaai en Thico in Rotterdam (2021).

Meer lezen?  

‘Slaven zonder Plantage’ is gratis te downloaden via de Biblioteca nacional Aruba: https://archive.org/details/BNADIGARUBIANA1409

Er bestaat ook een Wikipedia-pagina over Virginia Dementricia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Virginia_Dementricia.  


De onderzoeker

Luc Alofs (1960) studeerde Culturele Antropologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en promoveerde als historicus aan de Universiteit van Leiden. Hij is hoofddocent aan de Universiteit van Aruba. Luc Alofs publiceert veel over maatschappelijke, culturele en historische onderwerpen en is actief bij een groot aantal Arubaanse en Nederlandse instellingen op deze terreinen. Hij was onder meer curator van Fundacion Museo Arubano (2003-2013), namens Aruba lid van de Koninkrijkscommissie Cohesie in het Koninkrijk (2014-2015) en voorzitter van de Nationale Commissie van UNESCO (2015-2018).