Direct nadat de West-Indische Compagnie het eiland Curaçao had bezet in 1634, begonnen soldaten van de compagnie en slaafgemaakten uit Angola met de bouw van Fort Amsterdam aan het begin van de Sint Annabaai, de toegang tot de grote Schottegat baai.
Het fort moest de haven van Curaçao beschermen. Maar het was niet alleen een vesting. Binnen de muren van het fort staat bijvoorbeeld ook een kerk en het paleis van de gouverneur. Rondom het fort gingen steeds meer mensen wonen en zo ontstond Willemstad.
In de tijd van de slavenhandel werd vanuit het fort de slavenhandel geleid. Fort Amsterdam was ook de plek waar de rechters zaten die onder meer moesten oordelen over mensen in slavernij. Rechtspraak was toen niet gelijk voor iedereen. Slaafgemaakten kregen veel zwaardere straffen dan vrije mensen. Ze kregen zweepslagen en zelfs doodstraffen. Zo werd ze ingeprent dat ze gehoorzaam moesten zijn aan hun slavenhouders.
