Op Curaçaose plantages woonden slaafgemaakten in kunukuhuizen of ‘kas di pal’i mashi’ een ‘hut van maisstengels’. Al voor 1700 bouwden slaafgemaakte mensen zo hun eigen huizen. De bouwstijl was een combinatie van bouwstijlen uit Afrika en die van de inheemse bevolking. Door de dikke schuine muren en de kleine ramen wordt het niet te warm in het huisje en staat het kunukuhuis stevig in de harde wind op Curaçao.
Kunukuhuisjes lagen altijd in de buurt van het landhuis, zodat de slavenopzichter de bewoners in de gaten konden houden. Ook na afschaffing van de slavernij in 1863 bleven veel mensen in deze huisjes wonen. Soms met een groot gezin in een klein huisje. Er staan nog steeds kunukuhuisjes op het Curaçaose platteland. In Barber ligt rechts van de weg naar de westpunt van het eiland het Museum Kas di Pal’i Maishi waar je zo’n huisje kunt bezoeken.
